Webshop » Stripboeken beginnen met A » Asterix en Obelix serie » Asterix en Obelix deel 27 de zoon van Asterix

Asterix en Obelix deel 27 de zoon van Asterix

Asterix en Obelix deel 27 de zoon van Asterix



Facebook
Twitter

€ 4,50

Beschikbaar - Voorraad: 1

De zoon van Asterix.
Op een morgen vindt Asterix een kleine baby op zijn deurstoep. De moeder is nergens te bekennen. Samen met Obelix zorgt de kleine Gallische krijger er eerst voor dat de baby verschoond wordt en dat het kind iets te eten krijgt. Daarna gaat hij naar het stamhoofd Abraracourcix om te vertellen wat hij gevonden heeft. Maar omdat hij natuurlijk een ongetrouwde krijger is, doet Bellefleur al snel de suggestie dat Asterix zonder al teveel moeite misschien wel de moeder op kan sporen. Zij denkt (en zij niet alleen) dat Asterix de vader is van het kind, dit tot grote woede van Asterix. Maar dan roept Obelix. Het kleine ventje heeft per ongeluk wat toverdrank binnengekregen. Omdat hij niet de eerste baby is die dit overkomt, maken de dorpsbewoners zich weinig zorgen. Een lokale koe vindt het iets minder prettig. Er wordt besloten dat het kind bij Asterix blijft. Op zijn beurt vraagt de Galliër zich natuurlijk af van wie het kind is. Omdat hij vermoedt dat de Romeinen er wel meer vanaf zullen weten, gaat hij samen met Obelix de legerkampen af. Dit tot ongenoegen van de Romeinen overigens. De tocht lijkt op niets uit te draaien, maar in het laatste kamp komt Asterix aan de weet dat er een Romein op volkstelling is. Dit wisten de vrienden al, want die waren ze ook al tegen gekomen. Maar volgens de commandant van het kamp is de volkstelling een smoes en is de Romein op zoek naar het kind. En dat klopt ook. De Romein, Calculatus, is in opdracht van Brutus (de aangenomen zoon van Caesar) op zoek naar het kind. Wanneer Calculatus in het paleis van de prefect is, ontmoet hij daar zijn opdrachtgever. Dan blijkt dat Brutus het kind moet en zal vinden. Koste wat het kost. Omdat Brutus de hulp van Calculatus nodig heeft verteld hij hem wat de afkomst is van het kind. En Calculatus heeft een plan. Ondertussen bezorgt de kleine Asterix de nodige kopzorgen. En tot overmaat van ramp valt hij in een ketel waar nog wat toverdrank in zat. De problemen voor Asterix als pleegvader houden nog even aan. De Romeinen voeren ondertussen hun plan uit. Er wordt een vrijwilliger aangewezen en in vermomming naar het dorp gestuurd. Hij doet zich voor als verkoper van rammelaars. Alleen denkt de baby dat de vermomde soldaat de rammelaar is en deze spoed zich terug naar het kamp. Tijd voor plan B. Nu gaat Calculatus als vrouw vermomd naar het dorp. Maar ook dit haalt niets uit. Dan zet Brutus grove middelen in. Het dorp vliegt in brand. Bellefleur en de andere vrouwen nemen de baby mee naar het strand waar Brutus hen opwacht. Hij neemt het kind mee, maar Asterix en Obelix redden het kind. Dan verschijnt Caesar die wel eens wil weten wat er allemaal aan de hand is. Ook hij vraagt waarom Brutus een kind wil ontvoeren. Het antwoord komt van Cleopatra. Het kind is haar zoon en die van Caesar en dus een bedreiging voor de opvolging door Brutus. Caesar is de Galliërs dank verschuldigd. Zijn troepen zullen het dorp weer opbouwen. En het feestmaal is ditmaal op het schip van Cleopatra, en ook Caesar neemt deel aan de maaltijd.