Rik Ringers deel 18 Onderzoek in het verleden.

Onderzoek in het verleden.

Een winteravond in 1938. Een sportwagen baant zich in het donker een weg over de natte wegen. De bestuurder is op weg naar het kasteel dat boven op een heuveltop staat. De man wordt opgewacht door twee broers. Ze hebben de man gevraagd om naar hen toe te komen om hun te helpen met een moordzaak. Hun broer is gedood door een pijl in het hart. Hij is bij een bergwand in de buurt gevonden. De broers zijn rijk, erfgenamen van een reder. En blijkbaar heeft dat in de omgeving veel kwaad bloed gezet. Dan begint de hond, die bij de twee broers aanwezig is, te blaffen. Direct snelt het trio naar buiten. Het duurt niet lang voordat ze de hond gevonden hebben. Ook het dier is geraakt door een pijl maar leeft nog wel. Gelukkig verschijnt vrijwel direct professor Keller met zijn helper Karel Donnet. De jongeman is een wees die door de professor is opgenomen. Hij neemt de hond mee. Maar niet lang daarna belt hij om te vertellen dat het dier toch overleden is. Die avond kijkt de gast van de twee broers naar buiten en ziet een lichtschijnsel. Hier moet hij het zijne van weten. Direct holt hij naar buiten en komt bij het geopende graf van de vermoorde broer. En dus gaat hij verder met zijn onderzoek maar wordt aangevallen door iemand die zich als vogelverschrikker verkleed heeft. De twee broers zijn inmiddels ook onderweg. Een van hen wordt ook dodelijk getroffen door een pijl. Maar de gast van de overgebleven broer heeft het raadsel inmiddels opgelost. Ze gaan naar het huis van de professor. Al snel blijkt dat de jonge Karel de dader is. De labiele jongeman ziet echter kans om er in het duister vandoor te gaan. Uiteindelijk stort hij van een rotswand af de woeste zee in. Dit lijkt het einde van het drama. Het toeval wil dat 35 jaar later de gast die de zaak heeft opgelost zich weer in Arestat bevindt. Maar ditmaal is Richard in het gezelschap van zijn zoon Rik Ringers. In de Porsche van Rik rijden ze de stad binnen. Ze gaan op zoek naar het politiebureau want daar wacht commissaris Baardemakers op hen. Een andere politieman, commissaris Berger, heeft de hulp van Baardemakers ingeroepen want er wordt iemand vermist. Het is een vriend van Berger en ook een oud politieman genaamd Zwavel. Richard kijkt direct op want dit is de brigadier die in 1938 belast was met de moordzaak. Dan wordt het lichaam van de ex-brigadier gevonden. De man is gedood door een pijl. Dit is al te toevallig. Maar dit is nog niet alles. De enig overgebleven broer van de oude moordzaak, Maarten, ontvangt een vreemd telefoontje. Hij stuurt zijn bediende dan ook direct naar de politie toe. De verbazing van Maarten is groot wanneer hij Rik ziet, want die lijkt sprekend op zijn vader uit 1938. Wanneer dit punt is opgehelderd heeft Maarten een verbazende mededeling. Hij meent de stem herkent te hebben die hem heeft gebeld. Het was de stem van Karel Donnet. Komt het verleden terug?